VOETBALLEN IS SCHILDEREN IS DICHTEN

VOETBALLEN IS SCHILDEREN IS DICHTEN

Drie gedichten bij beeldend werk van Graeme Tjealsson (*)

MET VERVE

Ik denk varen, noorden, streken, woorden,
en dat het goed wonen is
in wat tussen zwart en wit
voor mogelijk wordt gehouden.

Veel verzwegen, veel wit.

Staande voor een Tjealsson met verve
zij het de beweging van het maaien,
zij het zigzag, zij het weide –
denk ik aan verhuizen, aan een reis,
of aan beide.

Een hoek die stilhoudt in een veld,
finishfoto van gestold gebrul,
met achterlating van de kleuren,
koortskromme van een corner
die weer inswingend
de toegestane ruimte botviert,
vanuit de geusstok op het vlaggenschip
van Graeme Tjealsson,
een dwingeland op doek.

UIT DE KUNST

Nodeloze zondag in Zweden zou je zeggen,
maar alles is een beetje kunst:
roken doet aan makkelijke meetkunde denken
en drinken uit kleine glazen
aan de zondagsschilder en zijn mondjesmaat.

Was alles ook maar weer eens even autoloos
en nutteloos.

Wie voerde dan met zachte hand
de blinde zondagsschilder
naar zijn vlakke witte land?

Wie hield dan van het wit het blauw over,
van het ei het land waar de kip op liep?
Wie luisterde naar de ongecomponeerde noot?

Smoor de wind, zeg dat je verlangt.
Dat je niet zonder kunt: wind.
Schilder niet.
Ga voor een steengroeve staan.

OMDAT IK NIET KAN SCHILDEREN

Is gladheid tienmaal geboden.
Met woorden moet je opletten.
Alles wat je zegt, het geschrevene,
voetbal poëzie?, welaan dan:
schilderen is voetballen is strijken
is kijken is breien is schrijven
en viermaal afzien, kiezen
en weten wat je niet weet.
Deert het? Ja, het zweert
allemaal samen om ter dichtst,
soms om ter knulligst.
En zo’n blad, och here god,
gewillig gaat ook, het fietst
er ook wel in hoor.
Was dat verdomd het kerseneten?
Maar de president ontkent.
Ik heb dit niet geschilderd.
Gladheid geboden dus.
Ik zal u met verve schrijven
over wat mij niet beroert,
want wat me wel beroert,
blijft uiteraard van mijzelve.
Ik voetbal, ik strijk, ik brei
en rijm ligt alleen op daken
van ansichten, niet in gedichten.
Geen achterklap, alstublieft.
Sneeuw is inkeer en Nieuwjaar,
maar gladheid, mijn god,
doet u een bod?

(*)

Graeme Tjealsson (°1936, Norvik – 1989, Őland) – Zweeds schilder-voetballer, in Scandinavië bijgenaamd ‘de kleine Klee’ of ‘de witte Pelé’. Werk van Tjealsson, redelijk succesvol schilder van vooral abstracte doeken en een van de eerste semi-professionele voetballers, valt te bezichtigen in kleinere musea en galerijen in Jutland, op de Lofoten en Vesteralen en op Bornholm. Hij werkte uitsluitend met drie kleuren: zwart, wit en blauw. Sommigen beschouwen hem als een dilettant, anderen vergelijken hem met Chagall. Hij werd eind jaren 80 – in zijn hoedanigheid van technisch directeur van de IJslandse nationale voetbalploeg – vermoord aangetroffen in de kleedkamers onder het Akureyri-stadion. De moord werd nooit geheel opgehelderd.

JORIS DENOO